Beschrijving
Float is een gegevenstype voor het opslaan van niet gehele (decimale) getallen.
Een float is een datatype dat gebruikt wordt om decimale getallen op te slaan, zoals ‘3.14’ of ‘-0.001’. Het verschil met een integer is dat een float ook waarden kan bevatten tussen hele getallen, wat handig is voor metingen die nauwkeurigheid vereisen, zoals temperatuur of snelheid. Een float neemt 4 bytes aan geheugen in beslag en kan een bereik aan van ongeveer -3.4E38 tot 3.4E38, met een precisie van ongeveer 6-7 cijfers.
Syntax
float var = waarde;
Parameters
var: variabelenaam.
waarde: de waarde die je toekent aan die variabele.
Voorbeeld
float Pi = 3.14159; float temperatuur = 23.5; float snelheid = 55.5;
Toelichting voorbeeld
Hierboven worden 3 variabelen gedefinieerd en wordt er een begin waarde toegekend. ‘Pi’ krijgt de waarde ‘3.14159’ toegekend, ‘temperatuur’ krijgt de waarde ‘23.5’ en ‘snelheid’ krijgt de waarde ‘55.5’. Neem bijvoorbeeld ‘temperatuur’, elke keer dat een temperatuur sensor uitgelezen wordt die waarde aan de variabele ‘temperatuur’ toegekend. Deze waarde wordt uitgedrukt met 1 of 2 decimalen en kan daardoor dus niet in een integer opgeslagen worden.
Opmerkingen en waarschuwingen
Geen.